Theo Thijssen (1879-1943) was een Nederlandse schrijver, onderwijzer en socialistisch politicus. Naast zijn werk als onderwijzer was hij erg actief voor verschillende (vakbonds-)bladen. Samen met studievriend Piet Bol richtte hij in 1905 het blad De Nieuwe School op. Daarin publiceerde hij veel kritische en vaak satirische artikelen over onderwijsmethoden en kinderboeken. In dit blad schreef hij al enkele fragmenten over de jongen Kees, die zouden leiden tot zijn bekendste roman Kees de jongen (1923), gesitueerd in de Jordaan waar Thijssen zelf opgroeide. Een kleine greep uit Thijssens werk: Schoolland (1925), De gelukkige klas (1926), Het grijze kind (1927), en de bundel vol vrolijke proza: Egeltje (1929). In 1941 verscheen zijn autobiografisch werk In de ochtend van het leven over zijn jeugdherinneringen in Amsterdam. Thijssen gebruikte ook wel de pseudoniemen Alex Nijgaard, Frans Taus en Otto L. Fieggen (voor zijn roman uit 1908, Barend Wels, met als hoofdpersonage een pedante beginnende onderwijzer). Na zijn dood is Thijssen op vele manieren herdacht en geëerd. Zo werd in 1995 het Theo Thijssen Museum geopend in de Jordaan in Amsterdam. De vroegere Staatsprijs voor kinder- en jeugdliteratuur (de P.C. Hooftprijs voor kinderboeken) heet sinds 1988 de Theo Thijssenprijs. En zijn roman De gelukkige klas werd in 2007 door de CPNB (stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) uitgekozen voor de jaarlijkse lezersactie 'Nederland leest'. Thijssen overleed op 23 december 1943 in Amsterdam.