Stephan, een wiskundestudent met weinig geluk in het leven, krijgt een baantje bij Nathan, een oude gevierde schrijver met een oeuvreprijs in het verschiet. De student moet de handgeschreven manuscripten digitaliseren en ontdekt een merkwaardig gat in Nathans werk: tussen 1947 en 1949 blijkt hij niets te hebben geschreven. Als hij daar naar vraagt, wordt Stephan tot zijn verbazing ontslagen.
Stephan laat het er niet bij zitten en begint een uitgebreid onderzoek. Hij ontdekt bijzondere feiten over een inrichting voor Joodse patiënten, waar vanaf 1947 een groep van 500 Roemeense weeskinderen een jaar lang verbleef. Die ontdekking brengt hem op het spoor van een veel groter verhaal dan hij ooit had durven vermoeden.
Wanneer Stephan naar Israël vertrekt en op zoek gaat naar de waarheid, vecht hij, met slechts zijn pen als wapen, een strijd die hem voert langs verdriet, verraad, gerechtigheid en een genadeloze geheime dienst.
Vrede, al is het maar voor een klein ogenblik, heeft een prijs.