'Andere volken zien mij niet als superieur en willen niet worden zoals ik. Deze aardverschuiving in mijn wereldbeeld besloot ik centraal te zetten in 'Een goede man slaat soms zijn vrouw'. Daarom ook koos ik de titel; een meisje dat zegt dat een kerel die nooit de handen laat wapperen, geen geloofwaardige huwelijkskandidaat is… Verder van mijn westerse mens— en wereldbeeld kon ik niet komen.'
Lang voordat immigratie van moslims in Nederland een hot issue werd, probeerde Joris Luyendijk het omgekeerde: integreren in een islamitisch land. Hij schreef zich in aan de Universiteit van Caïro en leefde een jaar lang tussen Egyptische leeftijdgenoten. Luyendijk sprak met hen over liefde, islam, het Westen, seks, democratie, homo’s, joden, fundamentalisme, emancipatie en de zin van het bestaan.