In 1971 verloor schrijfster Pamela Kent (Ida Pollock) haar echtgenoot. Daarmee eindigde ook een fase in haar schrijverschap: schreef ze voordien een handvol boeken per jaar, nu daalde het tempo tot nog hoogstens één titel per jaar: ze wijdde zich aan haar tweede passie, het schilderen. Hoewel ze pas in 2013 overleed, is dit boek uit 1975 één van haar laatste publicaties. De dood hangt over het begin van het verhaal, als Candice vanuit Engeland naar het noorden van India reist om daar het graf van een vermoord familielid te bezoeken. Maar als ze midden in de nacht en in the middle of nowhere voor het graf staat, beseft ze dat ze zich in een gevaarlijke situatie heeft gestort. Tegen heug en meug moet ze zich laten redden door een arrogante jongeman met weinig respect voor andermans privacy. En zo krijgt Candice toevallig de sleutel om terug te reizen naar een tijd waarin de mensen heftiger leefden — de sleutel naar het verleden van haar familie… en naar haar eigen toekomst.
Pamela Kent is een van de pseudoniemen van de Engelse schrijfster Ida Julia Pollock (1908–2013). Pollock was een vrouw van extremen. Onder een tiental pseudoniemen publiceerde ze meer dan 125 romans. In haar 90-jarige carrière verkocht ze miljoenen boeken. Ze werd de “oudste schrijver ter wereld” genoemd, omdat ze op haar 105de nog altijd nieuw werk publiceerde. Ze was ook schilderes; op 96-jarige leeftijd wist ze met een van haar olieverfschilderijen een selectie voor een nationale tentoonstelling te versieren. Haar boeken zijn haast uitsluitend romances, met de klemtoon op liefde, zonder seks. Pollock had ook best wat romantiek en spanning in haar eigen leven: haar affaire met de echtgenoot van collega-schrijfster Enid Blyton maakte een einde aan het huwelijk van die laatste.