Het gevecht van twee mannen met een verschillende etnische achtergrond. Een Hollandse yup en een Nederlandse Turk vechten om de stad, het land en een vrouw.
Wouter woont riant op de Zuidas, maar wil vertrekken uit Nederland. Het is zijn land niet meer. Hij zet zijn prachtige penthouse te koop en de eerste koper die zich aandient is de Marokkaanse Omar. Dat wordt niks, denkt Wouter, die kan het appartement vast niet betalen en als hij dat wel kan zal het wel met drugsgeld zijn. Omar raadt zijn gedachten en confronteert hem daarmee.
De mannen besluiten man en paard te noemen. Veel hebben ze niet te verliezen tenslotte. De een is zijn land toch al kwijt, vindt hij zelf, de ander wordt toch al bekeken alsof hij een misdadiger is, is zijn stellige overtuiging.
En dan is er ook nog een vrouw die toevallig met beide mannen te maken heeft. Dus vechten de heren over drie grote vragen: Van wie is de stad? Van wie is Nederland? Van wie is Elise?
Penthouse Zuidas zet alles scherp, neemt geen blad voor de mond en laat het debat zijn wat het zijn moet: een debat en niet meer dan dat.