Felien Houten is in haar jeugd, tijdens de periode dat ze in een kindertehuis was ondergebracht, misbruikt. Ze sloot zich aan bij een vrijgevochten groepje jongelui, en belandde bijna in een wereld vol criminaliteit en drugsgebruik.
Politiecommissaris Karsemijer plaatst haar bij een echtpaar van middelbare leeftijd, waar ze liefderijk wordt opgenomen: Rita en Jan Althuisius. Felien kan na een voorzichtig begin prima met ze opschieten, ze zijn als echte ouders voor haar. Ze gaat een kappersopleiding volgen en vindt werk in een leuke salon. Er zijn allerlei mogelijkheden voor haar en Felien voelt zich bijna gelukkig. Alleen zou ze graag op eigen benen staan, maar ze durft zich niet goed los te maken van haar pleegmoeder Rita.
Maar dat wordt bijna op de achtergrond gedrukt als Felien geacht wordt te gaan knippen in haar voormalige kindertehuis. De leuke directeur Coen Clemens verheugt zich op haar komst, maar weet niets van haar verleden. Zo ook niet dat Feliens oude belager, waardoor zij elke aanraking verafschuwt, daar nog altijd werkt…