Julia vindt haar nieuwe leven als niet-werkende vrouw van een diplomaat in Dar es Salaam, Tanzania, maar niks en neemt Veronica, haar nanny, mee op reis naar Arusha.
Julia vindt haar nieuwe leven als niet-werkende vrouw van een diplomaat in Dar es Salaam, Tanzania, maar niks en neemt Veronica, haar nanny, mee op reis naar Arusha. Ze gaat hiermee dwars tegen de wensen van haar man Wouter, en de adviezen van doorgewinterde expats, in. De geplande terugreis per vliegtuig verandert in een avontuurlijke rit in een gehuurde fourwheeldrive met op de achterbank een getraumatiseerd meisje dat dringend medische zorg nodig heeft die ze in Dar es Salaam kan krijgen. De reis markeert een keerpunt in Julia's leven. Na maanden van doelloos leven, koffieochtenden en uitgebreide lunches met andere “vrouwen-van”, komt bij Julia het besef dat ze aan het roer moet gaan staan van haar nieuwe leven, wil ze er iets van maken.
“Oorverdovende knallen, de een na de ander, scheuren de stilte in stukjes en wekken me uit een slaap die me toch heeft overvallen. Ik schiet overeind, tast naar de telefoon die ik naast me had neergelegd. Mijn hart zit in mijn keel, terwijl mijn handen in het klamboe graaien en grijpen, op zoek naar de opening”.
Ceciel Huls (1971) verhuisde in de zomer van 2011 met haar gezin van het veilige Voorburg naar Dar es Salaam, Tanzania. Waar haar man, werkzaam op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, gestationeerd werd op de Nederlandse ambassade. In de daarop volgende jaren woonde het gezin achtereenvolgens in Tanzania, Israël en Peru. Het waren jaren vol avontuur, uitdagingen, heimwee, frustraties en geluk. De twee jaar dat het gezin in Tanzania woonde, vormden de inspiratie voor dit boek over Julia; die weliswaar meer dan een beetje op Ceciel lijkt, maar toch weer heel anders is.