De zelfoverschatting van Bush en Blair, de gekte van Nixon, de verborgen verslavingen van Kennedy: zodra mensen een hoge positie bereiken, gebeurt er iets vreemds met ze. Vrijwel iedereen maakt dan een psychologische transformatie door; bij sommigen leidt dat tot overmoed en roekeloosheid.
Jaap van Ginneken, expert op het gebied van politieke en massapsychologie, laat in dit boek zien wat er precies gebeurt als mensen de regels naar hun hand kunnen zetten. Via onthullende verhalen over de verzwegen duistere kanten van de hoogste en bekendste regeringsleiders van de laatste decennia beantwoordt hij vragen als: wat gebeurt er in hun brein? Wat is de aantrekkingskracht van een hoge positie, ook voor topmanagers? En kan niemand de verleidingen weerstaan?