Dit is het twaalfde boek over De Cock en zijn rechterhand Vledder. En voor een keer betekent dat: moord per dozijn. De slachtoffers van een nogal systematische moordenaar komen allemaal door een karateslag aan hun eind. Shuto gammen-uschi heet die karate-combinatie, maar daarmee is het raadsel niet opgelost. Het begint allemaal op een zonnige ochtend. Een jongetje van een jaar of acht brengt aan het bureau in de Warmoesstraat een rouwcirculaire, gericht aan De Cock. 'Op verzoek van de overledene geen crocussen of andere bloemen.' Als De Cock en Vledder na afloop van de begrafenis terugkomen bij hun auto, vinden ze een kaartje achter de ruitenwisser: 'Vraag naar de naakte juffer…' Karate, echtscheidingen, sextheaters, crocussen en twaalf opeenvolgende doden. In die doolhof van feiten en getuigen die elkaar tegenspreken, weet uiteindelijk alleen De Cock de weg.