De woelige jaren dertig van de vorige eeuw: Leonidas, een hoog Oostenrijks staatsambtenaar, goede katholiek en gewaardeerde burger van het mondaine Wenen, wordt via een brief in een bleekblauw handschrift brutaal geconfronteerd met een onverkwikkelijke affaire die hij als jonge en pas gehuwde man had met een Joodse. Zij doet nu een wanhopig beroep op zijn hulp. Hij worstelt met zijn geweten en met zijn gemakzucht, en zet beslissende stappen — of juist niet.