Toen journalist Henry Morton Stanley in 1871 vanuit Zanzibar donker Afrika in trok, reisde hij op stand: hij had een gevolg van 200 dragers en reed op een raspaard. De New York Herald had Stanley de opdracht gegeven om de verdwenen zendeling David Livingstone te zoeken. De reis werd echter een nachtmerrie. Het paard bezweek door tseetseevliegen, de dragers gingen ervandoor en Stanley moest vechten met inheemse Afrikanen. De Europese, en later Amerikaanse ontdekking van de wereld was een lang, zwaar traject met een hoge prijs. Ongeveer 500 jaar geleden kenden de Europeanen nog maar drie continenten: Europa, Afrika en Azië. Maar in de 15e eeuw stuitten zeevaarders op Noord— en Zuid-Amerika, in 1606 werd Australië ontdekt en in 1820 werd Antarctica toegevoegd aan de wereldkaart. Stanley wist Livingstone uiteindelijk te vinden, en hij vulde net als andere ontdekkingsreizigers grote witte plekken op de kaart in.