Juraj Hordubal keert terug uit de VS waar hij acht jaar heeft gewerkt in de mijnen. Tijdens de terugreis droomt hij van de blije ontvangst door zijn nietsvermoedende vrouw en dochter — maar het loopt anders. Ze zijn van hem vervreemd en de knecht die inmiddels bij hen woont heeft zich ontpopt als de man des huizes. Juraj probeert zijn vrouw terug te winnen, maar voordat hij zijn doel bereikt heeft, overlijdt hij onder verdachte omstandigheden.
We lezen het verhaal van Hordubal drie keer: één keer zoals hij het zelf beleeft, vervolgens zoals het door de politieagenten na zijn dood wordt vastgesteld, en ten slotte zoals de rechtbank erover oordeelt. Toch is zijn overlijden niet het ergste, licht Capek in het nawoord bij deze roman toe. Het ware lot van Hordubal is wat hem na zijn dood overkomt: hoe zijn tragische geschiedenis tot gruis wordt in de handen van mensen die koste wat kost een sluitend bewijs willen leveren, hoe zijn goedbedoelde acties stuntelig en verdacht worden gemaakt en hoe zijn karakter op groteske wijze wordt misvormd.