De Zoon van de Godin is het negende deel van Bernhard Hennens Drakenelfen-epos. De reeks is, na De Elfen en Elfenridders, de derde grote cyclus over de verborgen geschiedenis van zijn elfenvolk, dat veel weg heeft van Tolkiens mysterieuze volk uit The Lord of the Rings (In de ban van de ring).
Na de dramatische terugtocht uit de ijswoestijn in het hoge noorden van Nangog likken de Onsterfelijken Artax en Volodi hun wonden. Veel tijd krijgen ze daarvoor niet, want ook de hemelslangen willen zich meester maken van het door de mensen ontdekte droomijs. De Onsterfelijken rusten meteen een expeditie uit om de kristallen met wonderbaarlijke magische krachten te vinden. Artax hoopt hiermee zijn ideaal van een betere wereld voor iedereen te kunnen verwezenlijken.
Ook elfin Nandalee mengt zich in het gevecht. De droomijskristallen vormen de enige hoop op genezing voor haar zoontje Meliander, die tijdens haar zwangerschap een arm heeft verloren. En ondanks haar belofte nooit meer te vechten voor haar meester, de Duistere Draak, besluit ze toch het zwaard weer op te nemen.
De verwikkelingen bereiken hun hoogtepunt tijdens de verwoede strijd om de stad Asugar. Mens, draak, elf en dwerg staan lijnrecht tegenover elkaar. En midden in deze strijd zit Shaya, die haar geliefde Artax nog steeds niet vergeten is.