Oost-Berlijn, begin jaren vijftig. Nadat de Joodse Käthe de nazitijd heeft overleefd, kiest ze hoopvol voor het communistische Duitsland. Maar haar onvoorwaardelijke engagement heeft een keerzijde: tegenover haar eigen kinderen is ze afstandelijk en kil. Ze heeft geen oog voor Ella’s kwetsbare eenzaamheid en ook niet voor het verlangen naar liefde van Thomas. De kinderen groeien op met alleen elkaar als houvast in het leven, rug aan rug en toch alleen.