De Israëlische Noga is harpiste bij het Gelders Orkest. Ze leidt een rustig leven in Arnhem, totdat ze door omstandigheden is gedwongen een aantal maanden terug te keren naar Jeruzalem. In de wijk waar ze is opgegroeid en waar ze tot haar scheiding heeft gewoond, is veel veranderd. De oude bewoners hebben plaatsgemaakt voor een steeds grotere groep ultra-orthodoxe Joden met hun traditionele zwarte gewaden. Om de tijd te doden en wat geld bij te verdienen, treedt Noga op als figurante in films en tv-series die in Jeruzalem worden opgenomen. Daardoor dringt het besef tot haar door dat ze na haar scheiding ook een figurante in haar eigen leven is geworden. Ze wordt verscheurd door een innerlijk conflict: blijven tegemoetkomen aan de verwachtingen van haar omgeving, of haar eigen geluk en verlangens nastreven. Yehoshua’s inzicht in de menselijke psyche en zijn grootse stilistische vermogen maken van Noga een van de krachtigste en meest veelzijdige vrouwen in de hedendaagse literatuur.