In De leesclub voor het einde van het leven beschrijft Will Schwalbe de laatste maanden van het leven van zijn moeder, die kort daarvoor te horen heeft gekregen dat ze kanker heeft. Beiden hebben al van jongs af aan een grote liefde voor boeken. Ze vinden elkaar in gesprekken over boeken, die een aangename afleiding betekenen van de ziekte die het leven van Wills moeder steeds meer in beslag neemt. En zo vormt zich een bijzondere leesclub met slechts twee leden een moeder en een zoon.
Moeder en zoon bespreken de meest uiteenlopende boeken: van De Hobbit van J.R.R. Tolkien tot Het jaar van magisch denken van Joan Didion, van de Bijbel tot Ian Mc-Ewans Aan Chesil Beach, van Stieg Larsson tot Thomas Mann. Zowel door het lezen van boeken als door het delen van hun leeservaringen vinden ze een manier om beter te kunnen omgaan met de naderende dood.