Het was een opdracht die hij niet kon weigeren: een verslag schrijven over de World Series of Poker. Dat hij het spel alleen als amateur kende, hoefde geen belemmering te vormen – en dat was het ook niet.
Colson Whitehead duikt met volle kracht in het spel, verbaast zich op geestige wijze over de merkwaardige subcultuur waarin hij zich bevindt, en ondertussen wordt hij ook nog eens goed in het spel. En hij vraagt zich af: Hoe kan dat? Een Harvard-intellectueel met een stapel goed ontvangen romans op zijn naam een pokeraar? ‘Ik heb een goede pokerface want ik ben vanbinnen halfdood,’ is de onverwachte inzet van zijn zelfportret. Een grappig maar ook deemoedig stemmend boek.