Met «Sharpe’s tijger» begon een van de meest succesrijke historische fictiereeksen ooit. Het is het eerste avontuur van Richard Sharpe: hoerenzoon, moordenaar, dief… en held. Het is 1799. Als rekruut van het Britse leger belandt Sharpe in India, waar hij het moet opnemen tegen een lokale potentaat, de Tippoo van Mysore, een man die zich steeds laat omringen door tijgers. Maar het gevaar schuilt niet alleen in vijandige rangen. Sharpe's gevaarlijkste tegenstander is sergeant Hakeswill, zijn meerdere. Met onorthodoxe methodes, een scherpe tong en een oog voor dames-in-groot-gevaar werpt Sharpe zich in een ongelijke strijd, waarin hij een balans moet vinden tussen zijn eigen belangen en die van het Britse leger. Spannend en spitsvondig geschreven, een ideale instapper voor een reeks die intussen zo’n 25 romans en verhalen telt.
Bernard Cornwell (1944) schrijft voornamelijk historische fictie. Na de oorlog werd hij geadopteerd door een strikte protestantse sekte. Hij groeide op in Essex, verliet de sekte, ging aan de slag als leraar, werkte als journalist voor de BBC en publiceerde zijn eerste roman in 1981. Hij is vooral bekend door zijn reeksen “Sharpe” en “Het laatste koninkrijk”, die allebei bewerkt werden voor de televisie. Op ITV verschenen zestien afleveringen over de Britse soldaat Sharpe, gespeeld door Sean Bean. Recenter nog werd “Het laatste koninkrijk” verfilmd door de BBC en Netflix, waar miljoenen kijkers zich wereldwijd aan vergaapten. De hele Europese geschiedenis is Cornwells speeltuin: hij voelt zich net zo thuis op het slagveld bij Waterloo als op een Vikingschip. Zijn fictie is altijd gegrond in historische feiten en vaak sterk beïnvloed door mythe en legende. Hij is een van de bestverkopende auteurs ter wereld.