Het Zuiden van de Verenigde Staten is een gebied met twee gezichten: er wonen de vriendelijkste en meest gastvrije mensen van Amerika. Men hecht er het meest aan traditie, er wordt hard gewerkt, en met succes. Maar racisme ligt hier vaak nog aan de oppervlakte en het contrast tussen arm en rijk is groter dan in de rest van het land. De band met het land is intens: ondanks natuurgeweld – overstromingen, orkanen, met als recent dieptepunt Katrina – wil ieder die het ontvlucht, niets liever dan terugkeren.
Het Zuiden ziet zichzelf graag als het échte Amerika, en dat heeft het hard te verduren gekregen. Dit is het gebied dat Paul Theroux ontdekt in Het diepe Zuiden, en hij reist erdoorheen als was het een vreemd land: ‘De hoofdweg verlaten, de musea overslaan, op zoek naar de menselijke architectuur.’ Dus hij gaat naar de kerk, naar een wapenshow, langs boerderijen die nog steeds ‘plantages’ worden genoemd; hij gaat naar het hart van de zuidelijke geschiedenis. Op zoek naar het geheim van dit gebied.