Buenos Aires, 1976. Kaddisj Poznan is een joodse hijo de puta hoerenzoon en daarmee de ultieme verschoppeling in het Argentinië van de jaren zeventig. Hij verdient zijn geld met het wissen van joodse grafteksten, om de achtergrond te verhullen van diegenen die onder het huidige regime zoveel te vrezen hebben. Wanneer Kaddisj zoon Pato plotseling verdwijnt, betekent dat de genadeslag voor de familie. Wat volgt is een absurde, kafkaëske dwaaltocht van Kaddisj en zijn vrouw Lillian door de duistere krochten van het ministerie van Buitengewone Zaken, in een wanhopige poging hun zoon te redden.
Het ministerie van Buitengewone Zaken is het verbijsterende en nog niet eerder vertelde verhaal van de joodse gemeenschap in Buenos Aires, aan de vooravond van de militaire coup. Englander neemt de lezer mee op een hallucinerende reis door een wereld van terreur, die elke verbeelding te boven gaat, maar die helaas maar al te realistisch is. Het ministerie van Buitengewone Zaken is een monumentaal romandebuut over het lot van de vermisten en van de Argentijnse joden; over liefde en rouw, vaders en zonen.