Dat het leven als zoon van een bouwmeester niet over rozen gaat, merkt Thies elke dag. Hij moet naar de kloosterschool, maar vindt het veel spannender om op de bouwplaats van de kathedraal te zijn. Als hij weer eens de klas wordt uitgestuurd, ziet hij hoe een meisje wordt lastiggevallen op straat. Het meisje blijkt Mette te heten en ze is blind. Thies wordt de ogen van Mette. Door zijn verhalen komt de kathedraal tot leven voor Mette. Maar samen met haar raakt hij ook betrokken bij de felle strijd om de kathedraal, want niet iedereen is het eens met de bouw. Thies gaat steeds meer twijfelen of hij later zijn vader wel wil opvolgen als bouwmeester, want diep in zijn hart wil hij eigenlijk iets heel anders worden.