De dertienjarige Giovanna woont in een van de beste wijken van Napels. Haar ouders zijn bijna perfect en hebben haar opgevoed tot een net en lief kind dat keurig Italiaans spreekt en goede cijfers haalt. Maar op een dag hoort ze haar vader tegen haar moeder zeggen dat Giovanna steeds meer begint te lijken op zijn zus. Er is in hun gezin geen groter kwaad denkbaar dan tante Vittoria. Giovanna besluit op bezoek te gaan bij Vittoria om meer over zichzelf te weten te komen. Wanneer ze elkaar voor het eerst ontmoeten gaat er meteen een doos van Pandora open: de volkse, grofgebekte Vittoria blijkt vooral te willen praten over de ware aard van Giovanna’s ouders. Het beeld van een perfect gezin valt langzaam in gruzelementen. Vanaf nu moet Giovanna laveren tussen trouw aan haar ouders en de nieuwe vriendschap met haar tante — het zijn haar eerste stappen naar volwassenheid