Wie is er aan het woord wanneer iemand over vroeger vertelt? Dat vraagt een schrijver zich af in een hotel in Italië waar zijn ouders tientallen jaren geleden voor het laatst samen gelukkig waren. Hij logeert er in dezelfde kamer waar zij verbleven en schrijft daar over zijn jeugd. Hij gebruikt de vorm en de vrijheden van de roman om zijn levensverhaal te vertellen met de distantie van een buitenstaander, die niet klaagt, niet oordeelt, maar zo diep mogelijk doordringt tot de bepalende gebeurtenissen in zijn leven, waartoe ook de scheiding van zijn ouders hoort.
De oorlog had hen bij elkaar gebracht, de jonge actrice uit Wenen en de getalenteerde tekenaar uit Hannover die in de oorlog een been is kwijtgeraakt. Het enige wat ze na de oorlog willen is de pijn ontvluchten en het geluk vinden, hij het zijne, zij het hare. Daardoor strandt het huwelijk en het zoontje moet naar een internaat, waar hij algauw verstrikt raakt in de netten van de koorleider. Feitelijk, en juist daardoor uitermate beklemmend, toont de schrijver hoe zoiets in zijn werk gaat, hoe gemakkelijk een kwetsbaar kind kan worden ingepalmd en verleid tot iets waar het nog lang niet aan toe is.
In Dämmer und Aufruhr verkent Kirchhoff zijn persoonlijke afgrond. Hij vertelt over de erotiek in zijn kinderjaren, zijn fascinatie voor taal, het verband dat hij van jongs af legt tussen erotiek en letters, woorden, teksten, en zo uiteindelijk de weg vindt naar de literatuur.