Een gedwongen vertrek van bestuurders komt regelmatig voor. Dit boek onderzoekt hoe bestuurders en toezichthouders geholpen kunnen worden om hier zo goed mogelijk mee om te gaan.
'Ik ben een half jaar van de kaart geweest. Mensen zeggen tegen me: volgens mij ben je nu pas weer de oude… Het is inmiddels zes jaar geleden dat ik vertrok.'
Het komt met grote regelmaat voor dat een bestuurder van een organisatie gedwongen wordt te vertrekken. Dat is een ingrijpende gebeurtenis. Altijd. In de eerste plaats voor de bestuurders zelf (en hun naasten). Maar ook voor allerlei andere betrokkenen in en buiten de organisatie. En zeker ook voor de interne toezichthouders die verantwoordelijk zijn voor dat vertrek. Meestal gaat er een moeizaam, intensief en soms ook langdurig proces aan vooraf.
Toezichthouders worstelen nogal eens met de vraag of de zittende bestuurder nog past bij de opdracht van de organisatie. 'Vinden we dat het goed gaat? Moet er worden ingegrepen en moet de bestuurder vertrekken? Zo ja, wanneer? En hoe dan?' Op deze en vele andere vragen gaat dit boek in.
De auteurs hebben 70 gesprekken gevoerd met zowel bestuurders als toezichthouders die met een vraagstuk van gedwongen vertrek werden geconfronteerd. Allen waren werkzaam voor not-for-profitorganisaties. Dit boek doet verslag van hun bevindingen. Het bevat een groot aantal lessen voor zowel bestuurders als toezichthouders. Ook voor degenen die werkzaam zijn in het bedrijfsleven.
It takes two to tango, concluderen de auteurs. Maar daarvoor moeten beide partijen wel goed kunnen dansen. En die dans begint al voor de eerste stap.
Pieter Wijnsma, Hildegard Pelzer en Monika Milz zijn verbonden aan Governance
Support. Zij ondersteunen bestuurders en toezichthouders bij governance vraagstukken door middel van advisering, begeleiding, coaching en scholing.