Op de dag dat kroonprins Willem Alexander wordt geboren, krijgt de tienjarige Boris Brinker te horen dat zijn vader is omgekomen. Het is feest in het land.
Op 27 april 1967 wordt kroonprins Willem Alexander geboren, dus viert Nederland feest. De tienjarige Boris Brinker krijgt echter op diezelfde dag te horen dat zijn vader, die als testpiloot werkt voor Fokker, door eigen falen omgekomen is in een dramatische crash op de Filipijnen. En met hem achttien anderen. De verwarde en verdrietige jongen wordt een paar maanden later op kostschool gedaan, omdat zijn moeder het allemaal niet aan kan en een nieuw leven wil beginnen. Opeens heeft hij dan niemand meer — het is alsof hij wordt gestraft voor de dood van zijn vader. Vele jaren later komt Boris, die zijn draai in het leven nooit heeft kunnen vinden, bij toeval op de Filipijnen terecht en dient zich een andere dan de gangbare verklaring voor het ongeluk aan. Was het misschien niet zijn vaders fout? Hij verzamelt al zijn zelfvertrouwen om op zoek te gaan naar het antwoord op die vraag…