Een moord, in feite een dubbele moord, gepleegd in een goed bekend staand Amsterdams hotel. Rechercheur De Cock, in een nachtelijk gesprek met de moordenaar, doet alles wat hij kan om te voorkomen dat deze zich aangeeft. Tot grote woede van zijn commissaris duikt De Cock zelfs onder teneinde te voorkomen dat de dader zal worden gevonden. De dader wordt toch gevonden dank zij een achtjarig meisje dat haar hele familie in grote moeilijkheden brengt door niet te willen slapen. Een achtenswaardig Amsterdams burger, hoofd van een bekend accountantskantoor, vraagt in volle ernst op het hoofdbureau van politie om een grondige voorlichting; hij is van plan een moord te plegen en meent dat De Cock als deskundige hem het beste kan vertellen hoe dit te doen zonder sporen achter te laten.