Mensen kun je zien als bewegende puntjes — een abstractie als in de natuurkunde, met het verschil dat deze puntjes een eigen wil hebben. Voor hoogleraar informatica Joost Kok was deze gewaarwording het grootste moment van inzicht in zijn imposante loopbaan. Onder de douche, op zee of achter een computerscherm in een bedompte werkkamer op de bètafaculteit: eurekamomenten kunnen overal plaatsvinden. Jim Jansen, hoofdredacteur van New Scientist, sprak met de crème de la crème van de Nederlandse wetenschap over het kantelmoment in hun carrière. Van seks tot slangengif, van zombiecellen tot zwarte gaten en van minidarmen tot muzikaliteit: de vakgebieden zijn uiteenlopend, maar het aanstekelijke enthousiasme waarmee deze toponderzoekers vertellen over hun ontdekking is onverminderd groot. Van oud-minister Jet Bussemaker tot hoogleraar moleculaire genetica Hans Clevers, via viroloog Ab Osterhaus naar astronaut Andre Kuipers: Nederland herbergt de allerbeste wetenschappers ter wereld en in dit boek komen er zesenvijftig aan het woord.