Norah worstelt met het leven. Van haar hoeft het niet verder, totdat ze onverwacht een man leert kennen die haar volledig lijkt te begrijpen. Maar hij worstelt zelf met zijn geheimen voor haar.
In mijn wangen en oren prikken ijskoude naalden. Ik frons om de huid van mijn voorhoofd te bewegen. Door mijn hoofd tollen dezelfde gedachten keer op keer voorbij.
Eerder op de dag heeft zich daar het idee genesteld dat het ijskoude water de snelste manier is om mijn doel te bereiken. De snelste route van de aarde naar de hemel. Een onderkoelde dood op de weg daarheen.
Ik wil niet langer leven. Ik ben te moe en te bang. Moe van alles niet goed doen — zo weinig is volmaakt. Moe van het vallen en het falen.
Ik ben bang voor het leven. Ik weet niet waar ik hoor en óf ik hier wel hoor…
Lichter vertelt het verhaal van Norah. Ze staat op een kruispunt in haar leven, of is het misschien het einde van een doodlopende weg? Het leven voelt ingewikkeld en maakt haar bang, hoewel ze niet kan aanwijzen waarvoor dan precies. Als ze een vriend ontmoet die haar uitnodigt in zijn wereld, schijnt ergens tussen verrassende ontdekkingen en ongemakkelijke antwoorden een kiertje licht en misschien zelfs de ruimte om te durven leven.