Kris Verburgt is 24 jaar en werkzaam als hoofdagent bij de Amsterdamse politie. Haar werk bij de politie ziet zij als een roeping. Ze moet dit doen om goed te maken wat haar vader als notoire draaideurcrimineel kapot heeft gemaakt. Op een dag krijgt Kris de kans over te stappen naar de recherche. Er gaan echter allerlei dingen mis in onderzoeken en er zijn te veel toevalligheden. Ze besluit desondanks de overstap te wagen. Alles komt in een stroomversnelling als Kris met haar roeivriendinnen op het IJ tegen het lijk van een tipgever vaart.