De Italiaanse regio Friuli wordt in mei en september 1976 getroffen door twee zware aardbevingen. Bijna duizend mensen komen om en tienduizenden verliezen hun huis. Er is een nieuw landschap ontstaan, waarin de littekens van het natuurgeweld zich duidelijk manifesteren. Het menselijk trauma is minder zichtbaar.
In 'Rombo' komen zeven inwoners van een afgelegen Italiaans bergdorp aan het woord over hun leven dat getekend is door de natuurrampen. Langzaam maar zeker hebben ze geleerd om de diepe sporen die de bevingen in hun leven hebben achtergelaten te benoemen. Ze delen ervaringen van angst en verlies met elkaar, maar hebben ook allemaal hun eigen herinneringen.