Rotterdam, het jaar 2000. Na een succesvolle carrière in het buitenland keert Ruurd terug naar het Katendrecht waar hij opgroeide. Als hij door ‘Zuid’, het centrum en langs de hoge Hefbrug zwerft, loopt hij opnieuw door het decor van zijn jeugd: een wereld vol zeelui, hoeren en havenwerkers.
Om in het reine te komen met zijn jeugd wil Ruurd contact zoeken met zijn ouders, die hij al jaren geleden uit het oog verloren is. Maar voordat daar een opening kan komen, dringen de herinneringen aan de pijnlijke breuk met zijn tweelingbroer Frans zich aan hem op. Er is geen andere uitweg meer: Ruurd zal het noodlottige conflict dat hem destijds van zijn huis en haard verdreef, onder ogen moeten zien. Hij wordt gedwongen de balans van zijn leven op te maken.
Tot zijn verrassing ervaart hij dat de rol die De Hef daarbij speelt groter is dan hij ooit voor mogelijk hield.