Rita groeit op aan de Amsterdamse Wallen in de roerige jaren vijftig
en zestig. Haar moeder is prostituee. Ze mishandelt het meisje en verhuurt haar aan 'dure meneren', waaronder bekende sportlieden.
's Nachts schudde haar moeder Rita wakker.
'Er is iemand voor je. Trek je mooie jurk aan. Lief wezen, hoor!',
riep ze nog aan de andere kant van de deur.
Als jeugdzorg Rita naar een kindertehuis bij de nonnen stuurt belandt
ze in een nieuwe hel. Telkens haalt haar tirannieke moeder Rita terug
naar de Wallen waar ze opnieuw wordt misbruikt. Op haar veertiende
raakt Rita zwanger. Ten einde raad zoekt ze hulp bij de nonnen. In het
naburige patronaat wordt ze verdoofd en illegaal geaborteerd. Drie
jaar dwangarbeid bij de Zusters van de Goede Herder volgen.
Jarenlang kampte Rita met gevoelens van schuld, schaamte en angst
om niet geloofd te worden. In Lief wezen vertelt ze haar schokkende
verhaal. Spoken uit het verleden verdwijnen pas in het volle licht.
Dus zet Rita de échte schuldigen in de schijnwerpers. Niet zij, maar
haar moeder, de nonnen en jeugdzorg moeten zich schamen.
'Rita's levensverhaal is hartverscheurend, maar ook vol
veerkracht en levenslust. Rita is een overlever.'