Boeken over ikonen zijn er te over, zowel binnen de Orthodoxe wereld als daarbuiten. Sommige zijn goed, andere zijn slecht, en weer andere zijn geleerd, diep theologisch of technisch. Dit boek verdient een warm welkom als een uitstekend, goed geschreven rechttoe-rechtaan werk over dit onderwerp, geschreven door een Orthodoxe leek. Dit is een heel persoonlijk verslag van de eerste ervaring van de schrijver en zijn vrouw met ikonen, en van hoe zij steeds meer gingen begrijpen welke plaats ikonen in hun gebedsleven innemen. De hoofdstukken over gebed bevatten veel bruikbaar advies.
De auteur merkt terecht op dat ‘zich druk maken over tijd een obstakel is voor gebed.’ Hij herinnert zich het verhaal van de Quaker ingenieur die in de jaren ’40 van de negentiende eeuw voor de Tsaar werkte. Een aantal boeren kwam hem opzoeken en toen zij het huis binnenkwamen zochten ze uiteraard eerst naar de ikonen om die te vereren. Het verwonderde hen dat zij er geen vonden. Na enige aarzeling bogen zij zich neer en vereerden een mooie Britse klok op de schouw. Forest becommentarieert: ‘In zekere zin hadden deze boeren gelijk. Ze hadden een machine gevonden die enorm veel macht heeft in de levens van “ontwikkelde” mensen.’ Het grootste deel van het boek bespreekt de diverse ikonen van de Heer en de grote feesten, en dan die van de Moeder Gods en de Heiligen.
Deze hoofdstukken staan vol rake opmerkingen, zoals deze over de geboorte van Christus: ‘Dit is niet de Messias zoals de Joden uit die tijd verwachtten — en ook niet de God die wij, Christenen van deze moderne wereld, verwachtten.’ Ik kan dit boek van harte aanbevelen, zowel als een helder en sprekend verhaal over de geschiedenis, vervaardiging, betekenis en gebruik van ikonen, en als een hulp voor gebed. Archimandriet Ephrem Lash.