Van de Franse naturalisten Zola, Huysmans, Alexis Céard en anderen blijkt Guy de Maupassant (1850–1893) door de jaren heen de meest gelezen auteur te zijn: nog altijd worden zijn honderden verhalen en novellen Yvette, Boule de suif, Sur l'eau, Le Horla enz. in tal van landen herdrukt, en met veel succes is een aantal ervan voor de televisie bewerkt. Van zijn romans zijn er drie klassiek geworden: Une Vie, Bel Ami en Pierre et Jean.
Hoofdthema van laatstgenoemde 'petit roman' is de jaloezie: jaloezie heerst er tussen Pierre donker van uiterlijk, gesloten van karakter en Jean Roland, die blond en openhartig is. Pierre's naijver wordt vergroot wanneer zijn jongere broer een aanzienlijk bedrag erft van een oude huisvriend van de Rolands, en het groeiende wantrouwen dreigt het huiselijke leven tot een hel te maken.
Maupassants schildering van een provenciemilieuw heeft een welhaast Balzaciaanse uitdrukkingskracht en zijn analyse van de gecompliceerde, sceptische oudste broer is zo indringend, dat Pierre en Jean behalve zedenroman tevens een ouderwets-goede psychologische roman is. In zijn voorwoord blijkt Maupassant zich inderdaad te distanciëren van Zola en de naturalistische programma's die het onderscheid tussen artistieke werkelijkheid en dé werkelijkheid wilden opheffen' want: 'talent is een kwestie van originaliteit, dat wil zeggen een speciale manier van denken, zien, begrijpen en beoordelen.'