Met Peter van Geffel moest het, zoals zijn moeder al dikwijls had voorspeld, wel misgaan. Op jeugdige leeftijd sterft hij een gewelddadige dood. Ergens in de duinen bij Noordwijk wordt hij, met een smalle dolk tot het heft in zijn rug, door een vroege wandelaar gevonden. Het onderzoek van de plaatselijke politie levert niets op. Er komt een bericht op de landelijke telex. Natuurlijk belandt dat bij De Cock. Daarmee begint voor de Amsterdamse rechercheur – en zijn vaste maat Vledder – een nieuw avontuur, dat door Baantjer op zijn bekende laconieke wijze te boek is gesteld.