Sinds dat Warenar een pot met goud heeft ontdekt die zijn grootvader vroeger heeft verstopt, is hij geobsedeerd geraakt met de angst om het geld te verliezen. Tegelijkertijd durft hij het geld aan niets uit te geven in de angst dat zijn rijkdom zal worden herkend, waardoor hij onnodig in diepe armoede leeft. Zijn achterdocht groeit waardoor hij iedere nacht het geld naar een andere plek verplaatst, maar zijn schat wordt ontdekt door een knecht die het geld steelt. Wanneer Warenar zich hiervan bewust is, raakt hij enorm in paniek. Toch kent het verhaal een goede afloop: de knecht geeft het geld terug maar Warenar wil er niets meer mee te maken hebben. Daarom geeft hij het als bruidsschat aan zijn onlangs bevallen dochter. Bovendien is Warenar voorgoed van zijn gierigheid af!
Pieter Corneliszoon Hooft (1581–1647) was een Nederlandse dichter, toneelschrijver en historicus. Hooft is een van de meest kenmerkende vertegenwoordigers van de renaissance in Nederland en heeft tevens deze vorm in de Nederlandse literatuur geïntroduceerd. Zijn bekendste werken zijn 'Warenar' (co-geschreven met Samuel Coster) en zijn 27-delig geschiedkundig werk 'Nederlandsche Historiën'.
De arts Samuel Coster (1579–1665) was een Nederlandse toneelschrijver. Gedurende ongeveer tien jaar heeft hij een belangrijke rol gespeeld in de stormachtige ontwikkelingen van het Amsterdamse toneelleven. Zo stichtte hij samen met P.C. Hooft en Gerbrand Bredero de Eerste Nederduytsche Academie. Tevens schreef hij samen de P.C. Hooft de komedie 'Warenar', welke nog steeds veel bekendheid geniet.