Onlangs deed een Zwitserse uitgever een gouden vondst in de New York Public Library. Hij ontdekte een flinke stapel niet eerder gepubliceerde verhalen van een van de grootmeesters van de Amerikaanse literatuur, Truman Capote (1924–1984). Dit onbekende proza bleek te zijn geschreven nog vóór de debuutroman Other Voices, Other Rooms, waarmee deze spraakmakende auteur op zijn 24ste doorbrak.
Waar de wereld begint is de eerste Nederlandse uitgave van deze vroege verhalen, waaruit al onmiskenbaar Capote’s stem opklinkt. Met groot mededogen schrijft hij over zijn personages: eenzame kinderen, charmante jongedames en armlastige mensen. Al jong voelde Capote zich aangetrokken tot buitenstaanders — misschien omdat hij er zelf eentje was. Dit weerhield hem er niet van uit te groeien tot een der belangrijkste Amerikaanse schrijvers van de twintigste eeuw, met legendarische werken als In Cold Blood en Breakfast at Tiffany’s. Ook zijn leven zelf werd een hype, zeker na de films over hem, zoals Capote met Philip Seymour Hoffman in de hoofdrol.
Zoals we nu weten, en kunnen lezen, trappelde hij zich voor dit alles als jongen al warm. Een literair wonderkind, ook dat nog.