Het is februari. En maart. Slecht nieuws. Naar het ziekenhuis. Operatie en zo. Kamer 241. Vijf weken. Alles wat mis kan lopen, loopt mis. Maar het komt wel goed. Dat moet. Dokters en verpleegsters. Familie en vrienden. Zeven kamergenoten. Afgrijselijke mensen. Neem nu Gaston. Een boer. Stinkt uren in de wind. Nooit een vrouw gevonden. Niet moeilijk.
Ik ben Peter, 33 jaar. Ik woon nog bij mijn ouders. Ik kan heel goed niets doen. Ik snoep graag. Ik werk bij de toeristische dienst. Ik had een tumor van 20 centimeter in mijn buik. Erger dan dat: de verveling. En die medepatiënten! Ik wil weg. Zo snel mogelijk.
Peter Gombeir werkt op de toeristische dienst. Kamer 241 is zijn literaire debuut.