Na een brute roofoverval op hun dorp worden de tweelingzusjes Hassana en Husseina van elkaar gescheiden. Hassana belandt na haar omzwervingen in Accra, aan de Goudkust van West-Afrika, waar ze later de politiek in gaat. Husseina komt in Bahia, Brazilië, terecht waar ze woont en werkt met een candomblé-priesteres. In hun dromen over het diepe blauw dat hen scheidt blijven ze met elkaar verbonden, en de vraag is of het lot hen ooit weer samen zal brengen.
In deze epische en ontroerende roman vol historische details neemt Ayesha Harruna Attah de lezer mee naar een tijd van grote veranderingen in West-Afrika: de slavernij is afgeschaft, maar het kolonialisme doet zijn intrede in de levens van twee moedige jonge vrouwen die de nieuwe maatschappij vormgeven.