Jacoba van Beieren en Jan van Schaffelaar, twee algemeen bekende namen die onlosmakelijk verbonden zijn met de Hoekse en Kabeljauwse Twisten, anderhalve eeuw binnenlandse oorlog in de Nederlanden. Het ging toen echter om meer dan een romantisch verhaal of een reeks moeilijk te begrijpen adellijke confrontaties en stedelijke oproeren. In de veertiende en vijftiende eeuw was er in de Nederlanden sprake van toenemende centralisatie van het landsbestuur, kreeg het landschap meer vorm en kwam een stedelijke burgerij op. Tegen die achtergrond wordt het verhaal van de Twisten verteld: inpoldering en landverlies, sociaaleconomische veranderingen en snel oplaaiend geweld na periodes van relatieve rust.
De Twisten waren typisch middeleeuwse oorlogen, door de omstandigheden van die tijd niet te vergelijken met huidige confl icten. Maar ze waren ook de opmaat naar 1543, het samengaan van alle zeventien Nederlanden onder keizer Karel V. Zo kunnen de Hoekse en Kabeljauwse Twisten worden beschouwd als de kraamkamer van het moderne Nederland.