Een mens ontleent zijn identiteit aan zijn herinneringen. Wies Schonewille is een capabel en gewaardeerd maatschappelijk werkster. Maar als ze een groepstherapie gaat leiden voor tweede generatieslachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, lukt het haar niet om voldoende afstand te bewaren, en al helemaal niet ten opzichte van de jongensachtige Arthur. Wies wordt hopeloos verliefd en staat toe dat hij bij haar intrekt. Ze hoopt hem zo een veilig plekje te geven, een plaats waar hij gewaardeerd wordt en tot rust kan komen. Al snel raakt Wies zwanger. Ze houdt dan ook de adem in: zal dit de oplossing vormen voor Arthurs rusteloosheid, zijn gevoel nergens bij te horen, zijn dwanghandelingen? Maar tegen het einde van haar zwangerschap verdwijnt Arthur plotseling spoorloos. Steeds meer ervaart Wies dat ze op een kruispunt in haar leven is aangekomen. Heen en weer getrokken tussen haar ouderlijk huis, de cultuur van haar schoonfamilie en de herinneringen aan haar grootmoeder moet Wies nu zelf een koers zoeken voor haar verdere leven. Een leven met een kind. En welke rol zal Arthur daarin spelen? Een roman over relaties, hechting en het leven met het onvolkomene.