Dit boek gaat over de burgeroorlog van bijna tweehonderd jaar geleden in het Koninkrijk der Nederlanden. Centraal staat de Tiendaagse Veldtocht (2–12 augustus 1831): de belangrijkste militaire actie die werd afgebroken door ingrijpen van Frankrijk.
De kern van het boek is de binnenlandse strijd op vele fronten die uitliep op het uiteenvallen van het Verenigd Koninkrijk en het ontstaan van het onafhankelijke België. Na de mislukte Nederlandse aanval op Brussel in de herfst van 1830, werd Antwerpen een belangrijk oorlogstoneel. Opmerkelijk waren daar het optreden van de Nederlandse generaal Chassé, commandant van de Antwerpse citadel en dat van luitenant-ter-zee der tweede klasse Jan van Speijk. Chassé was verantwoordelijk voor het artilleriebombardement van Antwerpen op 27 oktober 1830. In december 1832 verdedigde hij de Antwerpse citadel tegen Franse troepen. Van Speijk werd een icoon, nadat hij zijn schip, Z.M. Kanonneerboot No. 2, op 5 februari 1831 op de Schelde in de lucht liet vliegen.
Om deze burgeroorlog goed te kunnen begrijpen, is meer nodig dan het militaire verhaal. Daarom biedt Tiendaagse Veldtocht ook inzicht in de eeuwenlange, complexe verhouding tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Vanaf het einde van de zestiende eeuw gingen Noord en Zuid hun eigen weg. Tijdens het Verenigd Koninkrijk groeiden onder en door koning Willem I bestaande breuklijnen uit tot een scheuring. Vermijdbaar? Het geeft te denken dat de koning nauwelijks tot geen oog had voor de grote steun die er onder Belgische orangisten bestond voor het behoud van het koninkrijk. Maar ook in het Noorden was er verzet tegen de koning en was bijvoorbeeld dienstweigering aan de orde van de dag.
Uitgebreid komen tijdgenoten uit Noord en Zuid aan het woord. In dit boek geven ze het verhaal van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden in de jaren van ontbinding kleur.