‘Waarom is onze moordenaar vandaag zo somber?’ Die zin vormt de opmaat tot de biecht van de Rus Goloebtsjik, die in het Russische restaurant Tari-Bari in Parijs op een nacht zijn levensverhaal vertelt.
Als bastaardzoon van een Russische vorst geniet hij niet de voorrechten waarop hij recht meent te hebben. Uit frustratie en eerzucht treedt hij in dienst van de Russische geheime politie. Hij belandt in Parijs, waar hij zich ontpopt als een voortreffelijke spion en tal van onschuldige Russische emigranten verraadt. Drijfveer voor zijn handelen is zowel zijn liefde voor de mooie Lutetia, als zijn haat jegens zijn broer Krapotkin, die door de vorst wel wordt erkend. Een en ander culmineert aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog in een dubbele moord. Als Goloebtsjik na de oorlog naar de plaats delict terugkeert, neemt het verhaal een onverwachte wending.
Biecht van een moordenaar, oorspronkelijk uit 1936, verschijnt nu in een geheel nieuwe vertaling van Elly Schippers. Roth voltooide het manuscript tijdens een verblijf in Amsterdam. In het nawoord bij deze uitgave schrijft Els Snick over de sporen die de stad in de roman naliet.