Het is een warme Parijse zomer. Vianne en Roux wonen op hun woonboot-chocolaterie met Anouk van vijftien en Rosette, die net acht is. Er arriveert een brief van een oude bekende, die Vianne terugroept naar Lansquenet, het dorp waar zij ooit een chocolaterie opende. Met haar dochters keert Vianne er terug; ze bezoekt vrienden en ontdekt dat er in Lansquenet veel is veranderd.
In haar vroegere winkel is opnieuw een vrouw alleen komen wonen, die – net als zijzelf acht jaar eerder – niet welkom is