Guus is een aan lagerwal geraakte voormalig strafrechtadvocaat, die op straat leeft. Hij drinkt al zijn gevoel weg en wil het liefst dood. De weduwe van een vermoorde groenteman, Saar, en de maatschappelijk werkster Laura — met wie hij, tegen zijn verwachting in een relatie krijgt — bieden hem hulp. Ze worden geconfronteerd met een gruwelijk bovennatuurlijk wezen, dat in tegenstelling tot Guus juist zoveel mogelijk wil voelen, denken en ervaren. Hij kan dit bereiken door de kleine hersenen, het cerebellum, van mensen te eten. Saars' zoon, Jesse, is een voormalig crimineel die op het rechte pad probeert te blijven. Samen met Laura, Jesse, Saar en wijkagent Harry probeert Guus de demon te verslaan en te doden. De afloop is volstrekt anders dan ze hadden gedacht…
Ook dit vierde fantasyboek van Henk van Kalken is magisch-realistisch. In gewone levens van mensen met gewone problemen, gebeuren onverwacht onverklaarbare dingen.
Thema's als liefdes— en relatieproblematiek, verslaving, criminaliteit, milde horror, spiritualiteit, geweld en liefde spelen in elk verhaal een rol. Zodanig, dat de lezer zich zal afvragen of zoiets hem, of haar, ook kan overkomen.