In Congo doet Redmond O’Hanlon verslag van zijn poging de volgens de overlevering nog in Congo levende dinosaurussen te vinden. Het resultaat van deze zoektocht is even spannend en uitbundig als zijn voorgaande reisboeken.
‘Een reisverhaal dat leest als een spannende roman.’ – HP/De Tijd
‘O’Hanlon is een meester in het beschrijven van griezelige insecten als bedwantsen en zweetbijen. Hij komt tropische zweren en akelige ziekten als framboesia tegen. […] Maar dit soort gewone ontberingen maken nog geen reisverslag. Wat Congo tot zo’n bijzonder boek maakt, is vooral de intensiteit van het leven in de dorpen waar O’Hanlon en zijn team doorheen trekken.’ – Trouw
‘De stalen borgpennen van de buitenboordmotoren die de Dajakkers door hun eikel piercen en de kleine akelige visjes in de Amazone die zich in de pisbuis nestelen, maakten hem bij het grote publiek geliefd.’ – Vrij Nederland
‘O’Hanlon bouwt juwelen van zinnen, is op een hilarische manier zowel niet als wel bij zijn onderwerp betrokken, en zijn verhaal gaat over meer dan alleen maar de Congo.’ – de Volkskrant