Schemerlanden is het debuut van J.M. Coetzee; het verscheen in 1974. Het bestaat uit twee novellen die beide – in verschillende tijden, maar met een verrassend overeenkomstige blik – het perverse geweld van de kolonisatie als thema hebben.
In 'Het Vietnamproject' is Eugene Dawn, een specialist op het gebied van psychologische oorlogvoering, betrokken bij een grotesk project om de oorlog in Vietnam te beëindigen door de vijand te demoraliseren. Als hij aan een gedetailleerd rapport in het geëigende technische jargon bezig is, verandert de anonieme, ideologische en kille taal langzamerhand in een emotioneel en aangrijpend persoonlijk proza, waarin de problemen in zijn privéleven de overhand krijgen.
'Het relaas van Jacobus Coetzee' beschrijft de gruwelijke wraak van de ontdekkingsreiziger Jacobus Coetzee op een Hottentottenstam die hem gevangen heeft genomen. Wanneer na zijn vrijlating een aantal 'getemde' Hottentotslaven toch naar hun eigen stam terugkeren om van de vrijheid te genieten, besluit Jacobus in 1760, zogenaamd op olifantenjacht, dat deze vrijheid een kort leven beschoren zal zijn.