'Pinksteren' is een autobiografische novelle waarin de twijfels, de schaamte, maar ook zeker het verlangen beschreven worden door van Oudshoorn over een stel wat voor het eerst met elkaar naar bed gaat. Na een tegenvallende ervaring, besluit de jongen zijn geluk te zoeken in een bordeel.
Kenmerkend voor de tijd waarin het met veel kuisheid geschreven boek is gepubliceerd, is de lange lijdensweg die 'Pinksteren' langs de uitgevers ging voordat het uiteindelijk overwegend meer per ongeluk dan bewust werd uitgegeven.
Jan Koos Feylbrief (1876–1951) was begin 20e eeuw voor lange tijd de kanselier van de Nederlandse ambassade in Berlijn. Onder het pseudoniem J. van Oudshoorn heeft hij verhalen en romans geschreven die zijn doortrokken van een abnormale omgevingsangst, waarin de dood groots figureerde en de zin van het leven slechts een kleine rol werd toebedeeld. Van Oudhoorn's seksuele frustraties en zijn sombere kijk op het leven komen naar voren in verschillende romans, zoals zijn bekende werken 'Willem Mertens' levensspiegel' en 'Tobias en de dood'. Hoewel J. van Oudshoorn slechts een bescheiden oeuvre heeft geschreven, heeft hij voor zijn werk veel waardering gekregen van verschillende schrijvers als F. Bordewijk, Frans Coenen en M. Nijhoff.